Ik was graag een echte nar geweest
Op donderdag 9 april is Karin Bloemen te zien in Schouwburg Ogterop in Meppel met haar voorstelling Witte Nar.
Ze is heel trots op haar voorstelling, waarin La Bloemen weer ouderwets op dreef is. Witte Nar was door prive-omstandigheden een jaar uitgesteld, maar dat heeft ook zo zijn voordelen; "zo'n 15 jaar geleden moest ik vanwege een burn-out ook een geplande voorstelling een jaar uitstellen, dat werd uiteindelijk 'De diva en de divan', misschien wel de beste voorstelling die ik ooit gedaan heb. Ook dit keer staat er een show van topkwaliteit, waarin alles op zijn plek valt. Witte Nar toert al twee seizoenen langs de Nederlandse theaters en is …. Te zien in …. In …..."
De voorstelling heet Witte Nar, vanwaar die naam?
Dat was mijn bijnaam vroeger, bij ons thuis had iedereen een bijnaam. Ik was een echte witkop, met van dat vlasblonde haar en ik was nogal scherp van tong, ik kon erg goed plagen en op iemands zwakke plek gaan zitten. Het was natuurlijk een verdedigingsmechansime, om zelf niet geraakt te worden.
Witte Nar is een mooie, theatrale naam voor een voorstelling, omdat de nar de waarheid moet vertellen aan de koning over wat er allemaal speelt in het land. Maar dan wel op zo'n manier dat er om gelachen kan worden, anders gaat zijn kop eraf. Een goede nar vertelt de harde waarheid met een grote grijns op zijn gezicht. Ik was graag een echte nar geweest in de Middeleeuwen.
Hoe heeft zich dat vertaald in de show?
De show heeft als inhoudelijke onderstroom dat mensen zichzelf vaak veel te serieus nemen. Zoals een oude boedhistische wijsheid zegt: 'de lach is de eerste stap op de weg naar verlichting'. En veel te vaak nemen mensen zelfs die eerste stap niet eens. Ja, dan schiet het niet op natuurlijk! De huidige individualistische Facebook/carriere-maatschappij zorgt dat we ons allemaal naar buiten toe enorm opblazen en zo belangrijk mogelijk maken, uit angst om erbuiten te vallen. Waar is dan die grote, relativerende lach gebleven? In de show speel ik met dat gegeven en probeer mensen te laten lachen, ook om zichzelf.
Zit dat thema alleen in de conferences, of ook in de liedjes?
Nee, zeker ook in de liedjes! Een liedje gaat echt over de Nar, een ander over Amsterdam, dat een beetje begint te lijken op een overgereguleerd, aangeharkt park, weer een ander over alle voorwaarden die mensen nodig denken te hebben om gelukkig te worden.
Hoe bedoel je dat?
Ik noem dat altijd de 'wachtkamer van het geluk'; áls ik maar dit en dat heb, dán zal ik gelukkig zijn. Eerst dat mooie huis, die goedbetaalde baan, die gedroomde partner, dan ben ik er. Je weet wel, je hele leven sparen voor na je pensioen en dan doodgaan een week voor je 65e. Het liedje dat dit thema aansnijdt, heel mooi geschreven door Jurrian van Dongen, heet 'Waar wacht je op' en is gelijk de opening van de voorstelling.
Je hebt ook een liedje over het 'lege nest syndroom'. Waarom?
Veel van mijn vriendinnen zitten in de fase dat hun kinderen het huis uitgaan. Dat heeft een grote impact op hun leven, sommigen hebben het daar echt moeilijk mee. Gelukkig zijn mijn meiden nog thuis met hun 14 en 16 jaar. Maar ook ik zal er ooit aan moeten geloven!
Wie heeft de liedjes voor je geschreven?
De muziek is allemaal van mijn man Marnix Busstra, de teksten zijn van verschillende tekstschrijvers; oudgedienden Jan Boerstoel en Jurrian van Dongen, en de wat jongere tekstschrijver Jan Beuving. Ze hebben alledrie een heel eigen stijl van schrijven, de combinatie geeft veel rijkdom aan de show. Ik heb zelf ook een aantal teksten geschreven, de meeste engelstalige nummers zijn van mijn hand. Gek genoeg gaat dat me veel beter af dan liedjes schrijven in het nederlands.
Verder zitten er een paar mooie covers in de voorstelling, oa een prachtig nummer van Alanis Morisette, wat heel goed in de show past. Ik wordt begeleid daar een fantastische band, echt topmusici, waar ik heel trots op ben! Op piano Eric van de Bovenkamp en op drums Ton Dijkman, beiden ook onderdeel van de band van Marco Borsato. Mijn gitarist is Frank Burks, drummer Mark Stoop wisselt af met Ton, en mijn bassist is Norbert Sollewijn Gelpke, met wie ik dit jaar al 25 jaar op de panken sta. Hoe gaaf is dat!
En de conferences?
Dat is altijd een heel proces, maar wel het allerleukste om te doen! Er werken altijd een flink aantal mensen aan zo'n voorstelling, maar de kern zijn altijd mijn man Marnix en ik. We komen beiden met een hele reeks eerste ideetjes en gedachten, waar we op een gegeven moment een keuze uit maken; hier moet het over gaan. Dan schrijven we een eerste opzet voor de conferences, die we dan verder laten uitwerken door een aantal professionele tekstschrijvers. Daarna werken we het verder zelf uit, vooral om te zorgen dat het mijn 'taal' wordt. En daarna blijkt in de try-outs wat 'werkt' en wat niet. In deze voorstelling wilden we graag dat er veel te lachen zou zijn, juist omdat dat ook de kern van het verhaal raakt, en dat is gelukkig helemaal gelukt! Het is te leuk om mensen weer te zien dubbelklappen van het lachen.
Je bent beroemd om je kostuums. Heb je weer van die prachtige grote jurken aan?
Mijn vaste ontwerper Jan Aarntzen heeft zichzelf weer overtroffen. Hij heeft echt weer een nieuwe 'lijn' uitgedacht, niet met grote jurken dit keer, maar een prachtig basispak met waanzinnig mooie lange jassen erop. Ik voel me er heel goed in en het past perfect bij het gevoel van deze voorstelling. Echt heel knap dat hij na al die jaren samenwerking toch weer zo origineel heeft kunnen zijn!
De show een jaar uitgesteld geweest. Wat was daar de reden voor?
De show was simpelweg nog niet klaar, we hadden nog veel te weinig goed materiaal om mee te werken. Dat kwam door privé-omstandigheden; onze jongste dochter heeft 2 jaar geleden een heel naar ongeluk gehad, met een erg lange nasleep. Dat slokte alle aandacht op en was uiteraard onze eerste prioriteit.
Een geluk bij een ongeluk was dat ik in diezelfde periode met Cor Bakker een show moest maken voor het 125-jarig jubileum van theater Carré. Die voorstelling was zo goed gelukt, dat we de voorstellingen van Witte Nar daarmee konden vervangen.
Grappige bijkomstigheid was, dat toen we gingen try-outen voor Witte Nar, de eerste voorstelling tot 10 voor half 12 duurde, we hadden veel te veel materiaal! Aangezien we het komend najaar een Kerstshow gaan maken komt dat heel goed uit, we hebben daar nu al een paar heel geschikte nummers voor klaarliggen.
Waar haal je je inspiratie vandaan?
Mijn shows zijn echte personality shows, in die zin dat alles gaat over het dagelijks leven en wat mij daarin bezig houd. Toen ik 30 was, was ik met andere dingen bezig dan nu, net als iedereen van mijn leeftijd...
Deze show is eigenlijk ingezet in de voorstelling 'Kameleon'. Ik speelde daarin een scene waarin ik voorspelde dat ik over 15 jaar waarschijnlijk als een dronken lor te vinden zou zijn in de karaokebar van Gerard Joling. In deze show haak ik daar dus weer op in. En er is natuurlijk niets leukers dan een dronken lor te spelen...
Je hebt prive een zwaar jaar achter de rug. Hoe werkt dat door in je werk?
Ja, het is bizar wat er allemaal kan gebeuren in zo'n korte tijd. Onze dochter is nog steeds niet helemaal hersteld van het ongeluk en dat baart ons natuurlijk heel veel zorgen. Mijn jongere zusje Inge is onlangs overleden op 48 jarige leeftijd en amper een maand daarvoor overleed mijn schoonvader. Het is heel raar om een week na de begravenis van je zusje weer de planken op te gaan en iedereen aan het lachen te maken. Maar dat is mijn vak, ik doe dit nu al 30 jaar en met heel veel plezier en met respect voor het leven dat ik mag leiden als artiest en als moeder. The show must go on, maar dan in de zin van dat het leven hoe dan ook doorgaat en dat verdriet en vreugde er in al zijn vormen bijhoort.
Je werkt veel samen met je man. Is dat moeilijk?
Nee, eigenlijk helemaal niet. Anders zouden we het ook niet zo lang op deze manier doen samen, denk ik. We maken nu al bijna 20 jaar voorstellingen samen en het is nog steeds heel inspirerend. We maken op de een of andere manier het beste in elkaar los, lijkt wel. We zijn er zelf ook wel eens verbaasd over!
Vaak komt Marnix met een eerste idee, voor een conference of een nummer, waar ik dan mee aan de slag ga. Ik ben nogal associatief, dus ik fantaseer er dan in het wilde weg op los, vanuit dat eerste idee. Daarna gaat hij er weer overheen en filtert de goede ideeën eruit en borduurt daar weer op voort.
Als de voorstelling eenmaal in de grondverf staat en de try-outs beginnen, ben ik de performer en Marnix de regisseur. In de zaal voelt hij het beste wat werkt en wat niet. Uiteindelijk groeit het dan naar het eindresultaat toe, waar we eigenlijk altijd beiden heel blij mee en trots op kunnen zijn. Zeker ook met Witte Nar!
En thuis? Loopt werk en prive niet veel te veel door elkaar dan?
Nee, dat kunnen we beiden goed scheiden. Thuis zijn we gewoon thuis; ik ben van de was en hij van de booschappen. En samen geven we aandacht aan de kinderen en hebben we een sociaal leven, wat al moeilijk genoeg is met ons beroep. Daarnaast heeft Marnix z'n eigen jazz-bands waar hij regelmatig mee op tournee gaat in het buitenland, dus we hebben het behoorlijk druk. Planning speelt een soms iets te grote rol in ons leven, dat geef ik toe. Maar het is nog steeds erg leuk, na 20 jaar huwelijk, haha!
Hoe zie je de toekomst voor je?
Het maffe van in het theater werken is dat je altijd al zo'n twee jaar vooruit moet plannen, omdat theaters ook zover van te voren de voorstellingen inplannen. Dus we zijn nu al bezig met de kerstshow van dit najaar en we moeten eigenlijk ook al bedenken waar de volgende voorstelling over zal gaan in 2016, want die moet september aanstaande verkocht worden... En ik heb nog geeeeeen idee! Maar dat het wel weer goed zal komen, daar heb ik alle vertrouwen in...
Reacties